Fitz Roy

Na de bergwandelingen in Ushuaia was de honger naar meer toppen al aardig gegroeid, maar de bergjes in Fitz Roy nog maar even niet! In het Fitz Roy gebergte staat de onofficieel moeilijkst te beklimmen berg ter wereld. Nu hebben wij nogal last van zelf overschatting, maar 100 km voor aankomst zag je de 3000m hoge granieten pilaar al overal bovenuit torenen. Eerst nog even wat in de klimhal oefenen dus voordat we 3 kilometer recht omhoog kunnen klauteren! Het mooie is dat je er wel heel gemakkelijk heen kunt stiefelen, en vanaf de gletsjer aan de voet van de berg de wolkenkrabbers kunt bekijken.

Na wederom een toeristisch uitje (maar dit keer deelden we een taxi met maar 2 bejaarde Fransen i.p.v. een hele bus) naar de enige gletsjer van de wereld die niet weg smelt, de Perito Moreno, gingen we met de bus naar Chili. Chilenen willen uit hygiënische overwegingen niet dat je vlees, kaas, fruit en shampoo met antibiotica meeneemt. Rich had echter in El Calefate een salamiworst zien liggen en wilde die coûte que coûte meenemen en zo geschiedde. Helaas had de douanier zelf ook wel zin in die worst dus moesten we hem inleveren, gelukkig mochten we de rest van ons in El Calafate ingekochte proviand voor onze 5-daagse tocht wel houden.

Op vrijdag om 7.30 gingen we met een bus vol medewandelaars naar Torres del Paine, een groot nationaal park genoemd naar de bergen die er uit zien als Torens. Hier hebben we het zogenoemde W-circuit gelopen, langs gletsjers, azuurblauwe bergmeren, soms door de sneeuw, soms in de zon maar altijd vergezeld door de heerlijk straffe alsmede zeer koude Patagonische wind.

De dagen ervoor moest ik al mijn  overtuigingskracht in de strijd gooien om te doen inzien dat kamperen in de hier zeer koude lente, terwijl je ook in de hut kan slapen, alleen is voor mensen die niet kunnen genieten voordat ze eerst diverse ontberingen hebben doorstaan. We deden nu een soort compromis; wel zelf eten meenemen en koken met de masochisten maar daarna lekker de minder koude (warm zou een te groot woord zijn) hut in. Per dag liepen we zo’n 8 uur rond te stappen door het fraaie landschap van Patagonia en spontaan kwam het W-lied van Bert en Ernie bij me op. Helaas wist ik nog maar enkele zinnen en kon noch Rich noch 1 van de andere Nederlanders mij aan het hele lied helpen. Het W-lied bleef desalniettemin de hit van die week. Het grappige was dat eenmaal aan het eind van het traject gekomen het W-lied ook weer net zo spontaan verdween als het was op gekomen. De laatste avond leek een heuse bonte avond te worden, de huttenwird alias DJ van de Chilenohut is een erg mooie gek, die een dvd’tje draaide met alle hits van de jaren 90. Alleen was het niet voor iedereen de laatste avond en moest er door andere hutbewoners hard gesnurkt worden zodat het bij een braaf driemans zitdanspartijtje is gebleven…