Dag 1: Les Contamines (Notre Dame de la Gorge) -> Les Chapieux
Wat is een mooier verjaarskado voor je hond dan een wandeling van bijna een week? (De laatste 2 dagen mocht hij helaas niet mee, want de Aiguilles Rouges zijn beschermd natuurgebied.) Dus zo vertrokken we op Olle’s 7e verjaardag naar Les Contamines voor de 1e etappe. Toen ik in Nieuw Zeeland aan het backpacken was, had ik een speciale techniek om m’n rugzak op m’n rug te hijsen. Dat was nu gelukkig niet nodig, maar ik moet bekennen dat ik tijdens het lopen wel blij werd van de gedachte dat m’n rugzak elke dag minstens 1,2 kilo lichter zou zijn. (Ik vertrok met 14 kilo en Olle eet 2 maal daags een portie van 600 gram.)
Tot aan de Col du Bonhomme bevond ik me op bekend terrein. De eerste keer dat we gingen skiën in Les Contas (zoals de fans het liefkozend noemen) waren we op slag verliefd op dit kleine skigebiedje in het Mont Blanc massief. Niet alleen zijn we nog vaak teruggekomen voor andere vakanties, we zijn er zelfs getrouwd! De meeste mensen stoppen al bij de Refuge du Col du Bonhomme en zo liepen we het laatste stuk in alle rust naar les Chapieux.
Van tevoren hadden we afgesproken dat we altijd eerst de tent zouden opzetten voordat we de borrel mochten openen. Veel keuzevrijheid vind ik lastig, maar gelukkig hadden we een aantal criteria waaraan we onze locatie konden toetsen:
1: klinkt simpel, maar is dat niet altijd: een vlak stuk grond
2: niet te dicht bij andere mensen
3: zie je de zonsop- of ondergang?
1: gelukt!
2: we stonden naast een Schots echtpaar van in de 70 die op klimvakantie waren! In een camperbus trokken ze rond en prijsden zij zichzelf rijk met het feit dat ze al zo oud waren dat ze niet meer hoefden te werken.
3: de zon komt daar pas na 10.00 de berg over, maar een mooie maan is zeker zo mooi!
Dag 2: Les Chapieux -> Col de Chécrouit
Na een goedvullend (maar dubieus smakend) expeditieontbijt en het opbreken van ons kamp, voelde ik me (nog) onoverwinnelijk maar al snel begon mijn zware rugzak z’n tol te eisen. Het laatste stuk naar de Col de Seigne liep ik dus op m’n tandvlees en 10 minuten voor de Col vond ik een heel goed excuus om te stoppen. Een hele mooie uit de wind gelegen kom, waar we konden picknicken, schoenen uittrekken, Olle even kon tukken en we moed konden verzamelen om nog (heel veel) verder te lopen. We hadden bedacht dat we die nacht bij een meertje zouden bivakkeren, maar later bleek dat dat niet toegestaan was. Ondertussen werd de zon verdrongen door een steeds dreigender wolkendek. We probeerden de moraal hoog te houden door te fantaseren over het heerlijke eten en het comfortabele hotelbed (voor weinig natuurlijk want last-minute) dat ons te wachten stond als we op karakter door naar Courmayeur zouden lopen. Maar op een gegeven moment konden we echt niet verder, overal pijn en het aankomend onweer was ook niet meer te negeren. Maar als de nood het hoogst is…zie je een gezellige hut met ezels en…waar Olle normaal niet welkom is in de berghut, kregen we dankzij hem een privéhuisje! En zodra we geïnstalleerd waren brak het onweer in alle hevigheid los. Daarna heerlijk gegeten en gedronken, laat dat maar aan de Italianen over!
Dag 3: Col de Chécrouit -> Courmayeur -> La Fouly
In Courmayeur wilden we natuurlijk de lekkerste koffie van het dorp drinken. Na een paar locals om raad gevraagd te hebben, sloegen we een heuse menukaart open bij het oudste café van Courmayeur. Dat we daar zaten bleek later een gelukkige keuze. Daarna op zoek naar een apotheek voor sporttape, nagelschaartje en wat gevriesdroogd eten, maar dat laatste is natuurlijk heiligschennis in Italië. Omdat het die dag niet zou ophouden met regenen en we heel wat kilo- en hoogtemeters voor de boeg hadden voordat we ergens met Olle konden overnachten (niet welkom in de 3 refuges die we onderweg zouden tegenkomen) besloten we een stuk te liften om tijd te winnen. (We werden geweigerd in de (lege) bus, omdat Olle geen muilkorf bij zich had. Dus vol goede moed langs de weg gewandeld met ons duimpje omhoog. Op een gegeven moment was het lunchtijd en ik wilde graag nog van een lekkere Italiaanse lunch genieten voordat we onze barre missie zouden vervolgen. Helaas was alles dicht en mochten we onze handen dicht knijpen dat we in ieder geval een overdekt terras vonden waar we ons taaie brood met parfait konden wegwerken. Maar het terras was wel een goede liftplek en na 5 minuten stopte er een vriendelijke Belg met tjokvolle auto en dus niet echt plaats voor ons drietjes. Toch gaf het ons weer wat goede moed om, met een gemaakte glimlach, verder te liften. Na een kwartier reed er een bekende auto langs, het was de Belg weer die z’n auto helemaal opnieuw had ingericht om plaats te maken voor ons. Echt superaardig! Hij vertelde dat wij (Olle!) hem al waren opgevallen bij ons koffiecafé en dat hij een beetje met ons te doen had vanwege het slechte weer. Bij Arp-Nouva Désot (het einde van de weg) zette hij ons af en reed weer terug naar het restaurant waar hij wilde lunchen. Om de zeer matige lunch te compenseren namen wij nog een stuk heerlijk warme chocoladetaart met cappuccino voordat we ons weer in ons regenpak hezen. En toen begon onze hike van die dag pas echt. Je kon goed zien dat het een prachtige etappe zou zijn met mooi weer. Dit stuk gaan we nog een keer lopen dus! Nu blik op oneindig en in gestaag tempo doorstappen! Ik heb altijd moeite met laatste stukken, zeker als je weer in de bewoonde wereld loopt op een minder inspirerende route. Als je op zo’n moment nog extra kilometers loopt omdat je de camping probeert te vinden, helpt dat helemaal niet. Maar gelukkig knap ik altijd weer op van lekker eten en dat zat wel snor die avond! Maurice van Maurice&Mauricette had zelf paddenstoelen geplukt en hier een risotto bij gemaakt, heerlijk! En de serveerster was zo verrukt van Olle dat die ook wat lekkers kreeg! Toen weer de regen in naar de camping. Na een warme douche een sprintje naar de tent getrokken en tukken maar (en hopen dat je niet naar de wc hoeft).
Dag 4 La Fouly -> Champex
In de hoop dat het enigszins droog zou zijn als we onze tent zouden afbreken, probeerden we het ontbijt bij Maurice&Mauricette zo lang mogelijk te rekken. Maar op een gegeven moment moesten we wel inzien dat dat kansloos was. Gelukkig die dag een korte etappe naar het comfortabele appartement van een vriend in Champex. Enigszins bezwaard hingen we al onze spullen bij hem te drogen en nestelden ons op zijn lekkere bank met een warme kop thee, terwijl het buiten nog steeds regende. Rond borreltijd voegde Rich ons bij ons en deden we ons tegoed aan ambachtelijk gebrouwen biertjes en de chips met de Z die niet per se de lekkerste zijn, maar voor mij van grote nostalgische waarde. Daarna authentieke Zwitserse fondue compleet met Trockenfleisch, jummie!
Dag 5 : Champex – le Peuty
Ontbeten met vlokken, hagelslag en zelfs vruchtenhagel, zoals het Nederlanders in het buitenland betaamt. Daarna met Rich de (droge!) tent opgevouwen, wat toch echt veel makkelijker is met z’n tweeën. We waren van plan om via het Fenêtre d’Arpette naar le Peuty, te lopen, maar gezien het nog steeds slechte weer besloten we de makkelijkere route via Bovine te nemen. Rond een uur of 1 zagen we een wel heel uitnodigende hut. Toen ik de deur opendeed was het eerste wat ik zag een grote ronde tafel met wel 10 soorten taart! Maar eerst even wat substantieels gegeten, dat ook erg lekker was! Daarna de regen weer in die zelfs heel even in sneeuw overging. Onderweg alle trailrunners die de TMB renden aangemoedigd. Ongelooflijk dat zij 4x zo snel als wij om de Mont Blanc heen rennen…Op de Col de la Forclaz kon ik de stal al ruiken, maar we hadden een afslag over het hoofd gezien en voegden weer wat extra kilometers toe aan onze tocht. We maakten grappen over wat we in le Peuty zouden aantreffen, maar afgezien van een veld met picknicktafel was er niet echt iets om over naar huis te schrijven. Aan die picknicktafel verorberden we snel wat gevriesdroogde curry en waren net op tijd klaar met eten voordat het weer ging regenen. Om 8 uur lagen we in de tent en vielen zelfs meteen in slaap! Het was een koude nacht en Olle promoveerde van het voeteneind tot binnenlepel en lag uiteindelijk prinsheerlijk op mijn matje…
Dag 6: le Peuty-> La Flégère
Die ochtend werden we wakker met een heldere lucht, het zou de enige dag zijn waarop we de Mont Blanc te zien kregen. Gelukkig was Rich erbij. Heel relaxed koffiegedronken op de Col de la Balme, daarna lekker geluncht in La Tour en toen brak het verdrietige moment aan dat we van Rich én Olle afscheid moesten nemen. Rich omdat hij weer aan het werk moest, Olle omdat honden niet zijn toegestaan in de Aiguilles Rouges…Even slikken dus, maar de beste remedie: verstand op nul, hard doorlopen en daarna witbiertjes met uitzicht op de Mont Blanc. We sliepen in de refuge La Flégère waar het eten prima en gezellig was, de douche perfect maar onze kamergenoten beneden alle peil. Een stuk of 20 als Japanners vermomde Chinezen die zich uitermate asociaal gedroegen, lees: rochelen, midden in de nacht hardop praten met het licht aan, etc, etc.
Dag 7: La Flégère -> Samoëns
Omdat verder slapen kansloos was, besloten we om maar met de vroege shift om 6.30 mee te ontbijten. Dit zou qua uitzichten de mooiste dag van de hele tour moeten zijn maar helaas was het weer bewolkt en nu had ik het er echt even helemaal mee gehad! Een voordeel van zonder hond lopen is dat onze rugzak nu veel lichter was, doordat we geen campinggear en hondenvoer meer mee hoefden te slepen. Zeker als je veel moet dalen, zoals op deze dag is het heerlijk om wat lichtvoetiger te kunnen lopen, het voelde soms zelfs als huppelen! Bij Bel Lachat stopten we voor een vieze en dure koffie met uitzicht. Iets lager op de berg aten we eindelijk het brood dat we zaterdag in la Fouly gekocht hadden op en het was nog steeds lekker! Ook vandaag was het einde mentaal weer zwaar want langs de doorgaande weg en in de angst dat ons hotel waarschijnlijk ook aan deze weg lag…Maar ja, als je een hotel vindt dat Poppy Rock heet dan zoek je natuurlijk niet verder. En het viel niet tegen, echt verfrissend zo’n melig hotel in de Alpen met pacman-tapijt en allerlei andere bizarre details. De zon was intussen ook weer tevoorschijn gekomen, maar eenmaal hangend op de bank met bier en chips was het een te groot beroep op onze wilskracht om daar weer vanaf te komen. Dus bleven we gewoon in de donkere lounge bier drinken totdat we het restaurant in konden rollen voor een onvervalste Mont Blanc burger. Om 20.30 lagen we k.o. in bed, een echt bed in een eigen kamer weliswaar zonder rochelaars, maar wel met pingpongers op de binnenplaats. Grrrrr….
Dag 8: Samoëns -> Les Contamines
De volgende ochtend waren we weer vroeg wakker en beneden wachtte ons één van de beste ontbijtbuffets ooit! Nadat we ons professioneel volgestopt hadden, namen we de bus naar het beginpunt van deze laatste etappe. We waren erg met onszelf ingenomen omdat we zoveel sneller dan de wandelbordjes liepen. Het eerste stuk was niet zo interessant maar na de Col de Voza namen we de alternatieve route, langs 2 gletsjers (Taconnaz en Bionnassay) , die prachtig in het zonlicht baadden. Daarna uitzicht op de Dômes de Miage wat ik heel cool vond, omdat dat de eerste serieuze skitour was die ik met Rich alleen had gedaan. [Als je het leuk vindt, verslag en foto’s staan ook op deze site.] Na de Col de Tricot weer op bekend terrein, homestretch naar Les Contamines. Hier wilden we onze goed volbrachte tocht vieren met een goede panaché, maar dat was, net als na de Dômes de Miage, nog helemaal niet zo simpel, alles was dicht! Nou ja, bijna alles, uiteindelijk toch 1 café gevonden. SANTÉ!
Ondanks het weer vond ik een hele mooie en inspirerende ervaring om met tent (en daardoor met Olle) op pad te gaan. Zo vrij (en enorm gezellig), ik heb nu al heel veel zin om volgende zomer met Olle op pad te gaan. Maar eerst lekker skiën natuurlijk!