En maar goed ook, anders hadden we Revelstoke links laten liggen. Na een kleine desillusie in Banff waar we bij Lake Louise de World Cup afdaling afgeschaatst zijn en de dag daarna weer ons nieuwe hobby beoefend hadden, reden we met een katterig gevoel terug naar het westen. Langlaufen is leuk hoor, maar we kwamen hier natuurlijk om onze powderdream na te jagen. Door een lawine was de “powderhighway” voor een paar uur afgesloten hetgeen wij als een teken zagen om toch een dag te skiën in dit stadje waar alleen maar goede verhalen over de ronde gaan.
We vonden een prachtige heritage B&B, als je van Victoriaanse kitsch houdt ten minste, nog nooit zoveel snuisterijen bij elkaar gezien, maar wel heel gezellig en superlekker ontbijt. Maar belangrijker: die nacht was er eindelijk weer wat sneeuw gevallen. Dus vol spanning stonden we met wat fanatieke locals (met echt serieuze poederbakken, zo’n 15 cm breed…) die vrij hadden genomen en, daar zijn ze weer, de fitte bejaarden, te wachten tot de 1e gondel ons naar boven zou brengen. Om 9.00 (hier naait men elkaar niet) werd het startsein gegeven en de voorsten sprongen nog snel in het eitje dat al onderweg was, eager om de allereerste sporen te skiën. En toen begon het festijn, vanwege de mist wel lastig om ze te volgen naar hun geheime spots, maar alles was goed, dus het maakte ook niet echt uit waar je heen ging.
Apart aan Revelstoke is dat er maar 2 liften zijn, maar toch zo ontzettend veel te skiën is en ook wel zo gezellig want je herkent je medeskiërs die overigens allemaal supervriendelijk zijn en zo is het net alsof je een dagje met al je vrienden op je privéberg bent. ’s Middags brak de zon door en skieden we met uitzicht op de rivier, erg mooi. Dit was echt één van de betere dagen skiën; 1e lift, laatste lift, helemaal gesloopt in je Victoriaanse verantwoorde bubbelbadje stappen en daarna nog lekker lammetje/ eendje eten. De volgende dag was iets minder prima. Met weer een lekker ontbijtje achter de kiezen en wat zelfgemaakte frambozenscones in de knapzak vervolgden we onze weg naar Whistler. Een erg mooie route, alleen rollen er soms wat rotsen de weg op die je niet altijd kan ontwijken. Onze cruizer werd geraakt tegen een vitaal motoronderdeel en we moesten hem achter laten langs de weg. Geen bereik met mobieltje en het dichtstbijzijnde dorpje was 70 km verderop, no good.
Gelukkig gaven 2 Zwitsers (die vorig jaar ook niet aan hun trekken waren gekomen) ons een lift naar de garage van dit dorpje. Ook hier troffen wij weer allervriendelijkste mensen die ons met raad&daad bijstonden en ervoor zorgden dat de cruizer naar beneden gesleept werd en wij omhoog naar Whistler. En die nacht sneeuwde het… Nadat wij wederom een heerlijk ontbijt genoten hadden, ontpopte de dame des huizes zich als onze coach: Appelflapjes voor in de rugzak, liftpassen geregeld, heb je je muts bij je, met deze lift kom je het snelst het hoogst en vanmiddag maak ik wat bruchetta voor na het skiën klaar, etc. We worden hier helemaal vertroeteld, gaat nog lastig worden voor onze moeders om dat te evenaren…Whistler is een extreem groot gebied, maar voor het eerst in Canada echter zien we hele lange rijen bij de lift, mmm. Maar iedereen blijft relaxed, in Canada wordt niet voorgedrongen maar maakt men ruim van te voren groepjes van 4 (You guys are two? Then we’ll go with you!) en voegt men omstebeurt braafjes in. Hier geen strategisch geplaatste skistokken, maar wel een sniffing station, hoe handig! Zo ook het netje op de WC waar je je muts&wanten in kan leggen en na het handen wassen staat er wat handcrème voor je klaar. En ook over de verse sneeuw hebben we niet te klagen; er is genoeg voor iedereen en zelfs laat in de middag vinden we nog ongerepte poedervelden (nee hoor dat is niet waar, maar het klinkt zo mooi…)
Met een brede grijns drinken we later een biertje en surrogaat van vin chaud, warme appelcider, terwijl zwaar bebaarde mannen countrymuziekjes produceren.